De verenigingstent opbouwen

Door Fred van der Erf

Woensdag 13 april, 19.30 uur. Zo die staan weer en waterdicht. Vijf stuks, waterpas op de betonnen liggers. Het was even bijkomen maar het was dit keer zo gepiept. Bert had ons opgeroepen om 16.00 uur op het parkeerterrein van het circuit aanwezig te zijn om het voorbereidende werk te doen. Een latertje dus en niet om zes uur met eten thuis. Maar wat ging het goed met dit mooie weer.

Na de handjes geschud te hebben snel aan het werk. De eerste vracht van drie units ging al snel richting strand. Daar aangekomen was het wachten op de rest. Even tijd om wat bij te praten en tijd voor Bert om ons in een goed humeur te houden met koek en frisdrank.

Nadat de rest van de units was gearriveerd en door de mannen van Paap op de goede plek geplaatst, konden we aan de slag. De units verbinden met klemmen. Hoogteverschillen oplossen met trekbanden anders krijg je de klemmen niet op de goede plaats. Een zwaar karwei. Rubberafdichtingen aanbrengen. Deze weer bedekken met metalen U-profielen. Even zo’n 50 tegels naar boven sjouwen, anders waait de boel van het dak. Door de jarenlange samenwerking liep het als een geoliede machine. Ieder deed wat hij moest doen. 19.30 uur klaar.

Onder het genot van een kopje koffie nog even nababbelen in het Eindpunt. Natuurlijk kwam het schoonmaakprobleem van de wc aan de orde. Jammer dat Piet ermee ophoudt. “Vroeger”, zei Tinus. “Heel vroeger hadden we Smink als toilethouder. Hij had op de voorgevel van zijn huisje het volgende geschilderd: Achter de wolken schijnt de zon. Door de oude heer During (vader van) werd er een bordje overheen gehangen met de tekst: Achter de ramen zit een strontvlieg.” Die bijnaam is hij nooit meer kwijtgeraakt.